De provincie en de acht grote en middelgrote Limburgse gemeenten zijn bereid vier miljoen euro op tafel te leggen ter ondersteuning van Limburgse culturele instellingen.
Het provinciebestuur schrijft dat in een brief aan minister Ingrid van Engelshoven (D66).
Besluit
Het provinciebestuur wil 800.000 euro extra betalen voor het Bonnefantenmuseum in Maastricht en het Museumplein in Kerkrade. Nog eens 900.000 wil het uittrekken voor streekmusea, theaters, poppodia, urban-dance en instellingen die alleen provinciale subsidie krijgen. De negen grote en middelgrote Limburgse gemeenten trekken naar verwachting samen 2,3 miljoen euro uit voor hun gemeentelijke culturele voorzieningen. Zij nemen op zeer korte termijn een besluit over waar dat geld naar toe gaat.
Brief aan de minister
Minister Van Engelshoven trok vorige maand 300 miljoen euro extra uit om de gevolgen van de coronacrisis voor de culturele sector op te vangen. 30 miljoen daarvan, tien procent, is bedoeld voor cruciale regionale cultuurinstellingen in alle provincies. Daarbij stelt het bestuur wel als voorwaarde dat ook provincie en gemeenten mee betalen.
Concreet voorstel
In reactie daarop komt het provinciebestuur nu met een concreet voorstel voor in totaal 1,7 miljoen euro. Gedeputeerde Ger Koopmans (CDA) verwacht dat de minister nu ook boter bij de vis doet, al is nog onduidelijk welke criteria en regels zij gaat hanteren.
"Wij rekenen dan ook op een bijdrage vanuit de voorziening voor de regionale infrastructuur van eenzelfde omvang voor ónze keuze", zo staat in de brief.
Regionale spreiding
In de brief wordt ook verwezen naar een motie van de ChristenUnie die is aangenomen in de Tweede Kamer dat bij de uitwerking van het steunpakket regionale spreiding gewaarborgd moet zijn.
Naar verluidt zouden in Limburg in ieder geval poppodium De Bosuil in Weert, filmhuis Lumière in Maastricht, het Bonnefantenmuseum, het Theater aan het Vrijthof - beiden ook in Maastricht - en Parkstad Limburg Theaters met vestigingen in Heerlen en Kerkrade in aanmerking voor geld uit het potje voor regionale cultuurinstellingen.
Onverminderd grote zorgen
De gedeputeerde benadrukt in zijn brief aan minister Van Engelshoven verder dat 'wij net als u de extra middelen voor cultuur nadrukkelijk zien als een overlevingspakket'. Hij zegt ook de vele reacties te onderschrijven waaruit blijkt dat weliswaar mogelijk de eerste noden van de sector gelenigd kunnen worden 'maar dat het tekort aan middelen op de middellange en lange termijn en bijbehorende zorgen onverminderd groot blijven'.
Amateurkunst
Het provinciebestuur doet ook een oproep aan de minister om ook met een steunmaatregel te komen voor de amateurkunstenverenigingen 'op een vergelijkbare wijze als de bijdrage voor de sportverenigingen van 110 miljoen euro die minister Van Rijn van Sport heeft toegezegd'. Daarbij wordt verwezen naar een inventarisatie van het Huis voor de Kunsten waaruit blijkt dat de schade voor de amateurkunsten in Limburg tot 1 juli bijna 1,4 miljoen euro bedraagt.
Lees ook: 'Situatie amateurkunstsector schrijnend door coronacrisis'