Limburg telde ooit 22 wielerbanen en fotograaf Robert van Willigenburg brengt ze allemaal weer tot leven in zijn boek dat deze week verschijnt.
Bijna zeven jaar heeft de fotograaf gewerkt aan zijn project om alle wielerbanen in Nederland in kaart te brengen en Limburg blijkt een belangrijke rol te spelen in de sporthistorie op twee wielen.
Top 3
Hoewel de oudste wielerbanen op het Museumplein in Amsterdam en het Keizer Karelplein in Nijmegen lagen (beiden van 1885), is het echte baanwielrennen in Limburg geboren. Volgens Van Willigenburg is dat dankzij het effect van de 'remmende voorsprong'.
"Bij de eerste velodromes ging het om grasbanen of paden van gruis die in de bochten licht overhelden om de snelheid erin te houden. Die bochten verzakten snel. Een mankement dat bij de aanleg in Sittard (1892), Venlo (1894) en Maastricht (1895) is voorkomen. Wielrenners kwamen daarom uit het hele land naar de snelle Limburgse pistes", vertelt Van Willigenburg.
Geen krabbelaar
Onder hen de bekende Jaap Eden en de Amerikaan Major Taylor, de eerste zwarte wereldkampioen sprint in die dagen. Hij kwam op uitnodiging van de lokale matador Harie Meijers naar Maastricht. Deze zoon van een welgestelde koffiehandelaar aan het Vrijthof was prof van 1897 tot 1904. "Echt geen krabbelaar maar hij was kansloos tegen Taylor", blikt Van Willigenburg terug op de legendarische race.
Kadaster en heemkundekringen
De fotograaf heeft de meeste wielerbanen in Limburg aan de hand van digitale kadasterkaarten en krantenarchieven opgeduikeld. "Google is je vriend in dit geval", grinnikt hij. De hoogtijdagen voor de baansport weet hij eenvoudig te verklaren. "Je mocht in die dagen niet met je fiets racen in de straat anders kreeg je van de veldwachter een boete. De fiets werd bovendien betaalbaar voor de meeste heertjes van stand. Zij ontdekten de fiets als sportattribuut. Getooid met grote snor en gestoken in kamgaren broeken, wilden ze zich met elkaar meten."
Rondje rond de kerk
De wielersport vertoont soms wrede trekjes. Ook voor velodrooms. Na een bloeiperiode tussen 1930 en 1935 kwam er de klad in. Van Willigenburg: "De wielerbanen verloren na de Tweede Wereldoorlog hun bestaansrecht door de straatkoersen. De rondjes rond de kerk werden in de jaren zestig erg populair."
Sporen
Volgens de fotograaf is de wielerbaan Glanerbrook in Geleen het enige overgebleven icoon uit de roemruchte baanperiode. "Toch blijft het fascinerend dat sommige wielerbanen zelfs na honderd jaar hun sporen in het landschap achterlaten. Limburg speelt een heel belangrijke rol in de wielersport en het baanwielrennen. Veel mensen weten dat niet meer. Ik hoop met mijn boek dat besef terug te brengen onder de wielerliefhebbers."