Burgemeester Marino Keulen van grensgemeente Lanaken stelt voor de eindhalte van de tram Hasselt-Maastricht in het centrum te leggen, voor de Wilhelminabrug, en niet aan het station in Maastricht.
Daarmee kan de financiële bom die onder het project ligt, worden gedemonteerd.
30 miljoen
Eind vorige week werd bekend dat de kosten van het project aan Nederlandse kant 30 miljoen euro hoger worden omdat de draagkracht van de Wilhelminabrug onvoldoende is om de tram te dragen. De realisatie van de tram zou daarmee moeilijk tot onmogelijk worden omdat dat geld er niet is.
In het Vlaams Parlement waarin Keulen ook zitting heeft, zei hij dat dit probleem 'zeer eenvoudig op te lossen is' door de eindhalte te verplaatsen.
Shoppen
"99 procent van de reizigers zal de tram gebruiken om te gaan shoppen, studeren en werken in Maastricht en niet om naar het station te gaan", zei Marino Keulen. "Bovendien is het maar vijf minuten wandelen van dat nieuwe eindpunt naar het station."
Juridisch sterk
Vlaams minister Ben Weyts verklaarde vast te houden aan de overeenkomst die is gesloten. Volgens hem staat Vlaanderen juridisch sterk in zijn schoenen. Hij vertelde ook dat op korte termijn ambtelijk overleg plaatsvindt tussen alle betrokken partijen en daarna politiek overleg. "Wij kunnen voorbereid en vastberaden het gesprek aangaan", aldus Weyts.