Fortuna houdt poort dicht tegen De Graafschap

Fortuna Sittard - De Graafschap, 21 november 2014. © Ermindo Armino
Voor de eerste keer dit seizoen heeft Fortuna in eigen huis de poort van het Sittardse fort weten te grendelen. Tegen subtopper De Graafschap bleef het vrijdagavond 0-0.
De thuisploeg speelde de laatste 25 minuten met een man meer, maar was niet bij machte om dat uit te buiten.

Cordon
Fortuna trok vanaf de aftrap een cordon op eigen helft op, vastberaden om een nieuw Emmen-drama (1-8) af te wenden. De jonge ploeg van Van Vossen oogde onzeker, maar overleefde het eerste kwartier.

En liet zich toen wat meer gelden, mikkend op de counter via Seku Conneh en Bob Vankan. De eerste liet drie behoorlijke kansen onbenut.

Weinig

De Graafschap, dat weinig deed met het vele balbezit, leek op slag van rust Fortuna dan toch de eerste klap te geven. Ferhat Kaya nam te veel risico bij het wegstompen van de bal, maar Ramon Voorn redde met een ultieme sliding op de doellijn.
Fortuna Sittard - De Graafschap 21 november 2014. © Ermindo Armino
Ook in de tweede helft was het spelbeeld hetzelfde: De Graafschap had de bal, Fortuna gokte op een uitbraak. En had over geluk niet te klagen. Zo miste Jan Lammers twee meter voor een leeg doel, nadat Kaya opnieuw een bal ongelukkig gepareerd had.

Gefrustreerd
Blijkbaar was de verdediger van de Superboeren daarover zo gefrustreerd dat hij even later Jordie Briels bij een Fortuna-counter in het gezicht sloeg. Arbiter Blank aarzelde geen moment: rood.

Gefluit

En zo mocht Fortuna 25 minuten met elf tegen tien spelen. Maar er veranderde nauwelijks iets. De Sittardenaren konden de gasten niet onder druk zetten en er klonk zelfs gefluit bij de zoveelste terugspeelbal op Kaya, die zijn ploeg met een aantal reddingen op de been moest houden.

In blessuretijd liet Fortuna alsnog De Graafschap wankelen, maar de gouden treffer bleef uit.

In het geluidsfragment de reactie van Fortuna-speler Bob Vankan.
Reactie Fortuna-speler Bob Vankan
Fortuna Sittard - De Graafschap, 21 november 2014. © Ermindo Armino