Er lijkt toch weer beweging te zitten in het dossier van de intercity-verbinding vanuit de Randstad via Heerlen naar Aken.
In een Tweede Kamercommissie over infrastructuur zegde staatssecretaris Stientje van Veldhoven (D66) toe na de zomer met een notitie te komen waarin alle feiten en mogelijkheden op een rijtje worden gezet.
Dat gebeurde onder druk van onder meer CDA, SP, VVD, PvdA en GroenLinks.
2031
Twee weken geleden liet de staatssecretaris nog aan de Tweede Kamer weten dat een intercity van Amsterdam via Heerlen naar Aken er op zijn vroegst vanaf eind 2031 komt.
Wel zou de huidige sneltrein van Arriva tussen Maastricht, Heerlen en Aken in de toekomst twee keer per uur gaan rijden, in plaats van één keer nu.
2025
Maar onlangs liet de NS na een eigen inventarisatie weten dat het wel degelijk mogelijk is om vanaf 2025 een intercity via Heerlen naar Aken te laten rijden. Maar dan vanuit Den Haag via Rotterdam en nog steeds Eindhoven.
Lees ook: NS : Intercity tussen Heerlen en Aken vanaf 2025 mogelijk
De NS heeft de handschoen wel opgepakt. Ze ziet niet alleen beren op de weg. Daar moet de staatssecretaris wat mee doen, zei SP-Tweede Kamerlid Cem Lacin.
Motie
Begin december vorig jaar nam de Tweede Kamer met zeer ruime meerderheid een motie van CDA en SP aan waarin staat dat de intercity deel moet gaan uitmaken van de nieuwe vervoersconcessie met de NS. Die gaat in 2025 in.
Ook het CDA verwees bij monde van kamerlid Wytske Postma naar de motie en de positieve geluiden uit het veld middels de NS.
GroenLinks-statenlid Suzanne Kröger concludeerde dat de NS heeft aangetoond dat de intercity wel degelijk mogelijk is.
PvdA-er Gijs van Dijk vond dat nu echt prioriteit moet worden gegeven aan de verbinding en VVD-er Remco Dijkstra wilde de toezegging dat de intercity in 2025 daadwerkelijk gaat rijden.
In kaart brengen
Staatssecretaris Van Veldhoven stelde met belangstelling kennis te hebben genomen van de nieuwe ideeën van de NS.
Zij gaat nu dus alle opties in kaart brengen, inclusief de kosten en praktische zaken zoals de beschikbaarheid van treinmaterieel.
Het gaat om een goede en praktische vergelijking tussen de verschillende mogelijkheden, zo verklaarde zij.
Tegelijk benadrukte de staatssecretaris niet met een blinddoek op af te willen koersen op de intercity naar Aken maar op basis van feiten.