Door het omstreden plan om bij extreem hoog water vijf dorpen in de kop van Noord-Limburg onder water te laten lopen, gaat zo goed als zeker een streep.
Gedeputeerde Carla Brugman meldt dat in een mededeling aan het Limburgs Parlement.
Beschermen
Het onder water zetten van Ven-Zelderheide, Ottersum, Plasmolen, Middelaar en Milsbeek was één van de drie varianten die verder werden onderzocht voor het project Lob van Gennep. Dat moet het gebied tussen Mook en Gennep beter beschermen tegen hoog Maaswater.
'Beste kans'
Maar uit een tussenrapportage van de stuurgroep die zich met de uitwerking bezig houdt, blijkt dat een simpele verhoging van de dijken het meest voor de hand liggend is.
"Dit alternatief komt beter uit de onderzoeken dan vooraf was gedacht. Het lijkt op basis van de informatie die nu beschikbaar is, de beste kans te maken om het voorkeursalternatief te worden", schrijft de gedeputeerde aan het Limburgs Parlement.
Goedkoop
De variant heeft ook de minste negatieve impact op de ruimtelijke kwaliteit en milieu en leefomgeving. En is ook het goedkoopst, zo valt nog te lezen.
Dijken
De hogere dijken zorgen voor een daling van de waterstand tussen Gennep en de Biesbosch van gemiddeld zeven centimeter. Daardoor hoeven de dijken in Noord-Brabant en Gelderland minder te worden verhoogd om bescherming te bieden tegen hoogwater.
Bij de verhoogde dijken wordt uitgegaan van een scenario waarbij de kans op een overstroming één keer op de 300 jaar wordt.
Lees ook: Draagvlak plan Lob van Gennep: provincie wacht onderzoek af
Volgend jaar
Het definitieve rapport over de varianten van de Lob van Gennep moet halverwege volgend jaar klaar zijn. Daarna wordt het ter inzage gelegd. Vervolgens komt de stuurgroep met een advies aan de minister van Verkeer en Waterstaat. Die moet vervolgens eind 2021 de knoop doorhakken.
Het is de bedoeling dat in 2026 met het werk kan worden begonnen.