Provincie: nog geen investeringen voor VDL Nedcar

De provincie wil vooralsnog geen tientallen miljoenen euro's investeren in het gebied rond VDL Nedcar. Er zijn op dit moment te weinig garanties dat er in de toekomst weer duizenden mensen kunnen werken bij de autofabriek in Born.
Gedeputeerde Staten hebben dit besluit genomen, mede op basis van een onderzoek van PricewaterhouseCoopers (PwC). Het geld wordt nu niet vrij gegeven maar het blijft wel gereserveerd. De komende tijd kunnen de omstandigheden veranderen. Provincie en Nedcar blijven in gesprek over de grote investering.
Steun in de rug
VDL Nedcar is niet ontevreden met het besluit van het provinciebestuur. "We zien dit als een steun in de rug", zegt woordvoerder Miel Timmers. "We zijn met verschillende dingen bezig en als die lukken hebben wij het volste vertrouwen dat de provincie alsnog over de brug komt."
VDL Nedcar maakte onlangs bekend dat er een intentieovereenkomst is getekend met een partij die auto's zou willen gaan laten bouwen in Born. Ook hoopt het bedrijf later dit jaar een andere deal bekend te maken over de productie van shuttlebusjes voor personen. Verder is VDL bezig met de overplaatsing van andere bedrijfsonderdelen naar Zuid-Limburg, zoals VDL Bus uit Venlo.
50 miljoen euro
De provincie heeft al enkele jaren zo'n 50 miljoen euro klaarliggen voor aanpassingen van de wegen in de omgeving van de fabriek. Aanvankelijk waren die infrastructurele aanpassingen bedoeld om een vloeiende overgang te krijgen van de aflopende productie van Mini's (in opdracht van BMW) en de komst een grote nieuwe klant. Die grote klant is nog niet gevonden, waarmee er in maart volgend jaar een einde komt aan de grootschalige autoproductie in Born.
Contract
In een contract tussen VDL Nedcar en de provincie Limburg, van eind 2020, staat: "De infrastructurele aanpassingen worden gerealiseerd als zicht bestaat op continuïteit van VDL Nedcar en de daarmee samenhangende werkgelegenheid, welke blijkt uit een schriftelijke onvoorwaardelijke bevestiging van VDL Nedcar aan Gedeputeerde Staten." VDL wil zelf aan de voorgenomen aanpassingen van de omgeving meer dan 10 miljoen euro bijdragen.
In de toelichting werd destijds zelfs gesproken van een maximale groei tot 11.000 arbeidsplaatsen bij VDL Nedcar. Dat was nog het meest optimistische scenario vóór de coronacrisis, de oorlog in Oekraïne en het niet kunnen vinden van een nieuwe grote opdrachtgever voor het bouwen van auto's.
Bij VDL Nedcar werken op dit moment zo'n 3800 mensen. In november gaat het bedrijf terug van twee ploegen per dag naar één ploeg, omdat de productie van Mini's langzaam minder wordt. Daardoor verliezen 1800 mensen hun baan (1000 gedwongen ontslagen en 800 uitzendkrachten).
In maart 2024 stopt de productie van Mini's volledig en volgt een tweede grote ontslagronde. Moederbedrijf VDL wil in Born een aantal nieuwe activiteiten onderbrengen, zoals werk van VDL-zusterbedrijven en de bouw van kleine aantallen speciale wagens. Hoeveel banen daardoor behouden blijven in Born, is op dit moment onduidelijk.
Optimistisch
Gedeputeerde Stephan Satijn (Economische zaken) blijft optimistisch, zo blijkt uit een mededeling aan Provinciale Staten. "Samen met het bedrijf zijn wij tot de conclusie gekomen dat op dit moment nog niet aan alle genoemde criteria wordt voldaan; zodat nog niet kan worden gegund. Zodra dit wel het geval is, en daar hebben wij vertrouwen in, zal de gunning plaatsvinden en zullen de infrastructurele aanpassingen worden gerealiseerd."
In december 2020 zijn vijf voorwaarden schriftelijke vastgelegd. PwC en de provincie komen tot de conclusie dat niet aan alle voorwaarden is voldaan. De argumentatie is niet openbaar. De provincie wil het PwC-rapport niet openbaar maken, omdat er bedrijfsgevoelige informatie in staat.