Venlose leraar vertelt over slavernijverleden

In de week dat de slavernij in Nederland 150 jaar geleden definitief werd afgeschaft, spreekt Jules Groenewoud op het Valuas-college over zijn Surinaamse wortels. Groenewoud wil de kennis over slavernij in Limburg verbreden.
"Het verhaal moet verspreid worden. Het verleden hoort bij iedereen", zegt Groenewoud, die als conciërge en vertrouwenspersoon werkt op het Venlose Valuascollege.
Andere kijk
De leerlingen luisteren nieuwsgierig en respectvol. De meesten kennen Keti Koti niet, de dag waarop het einde van de slavernij gevierd wordt. "Het geeft je wel een andere kijk op meneer Groenewoud", zo zeggen Fleur en Puck. "Wij kenden die achtergrond van hem helemaal niet."
Venlo
Anders dan de Randstad en Zeeland heeft Limburg veel minder een fysieke link met het slavernijverleden. Delen van Limburg hoorden in de slavernijperiode bij de Habsburgse Nederlanden, zoals bepaald in het Verdrag van Venlo van 1543. Toch vindt Groenewoud dat ook Zuid-Nederland zich bewust moet zijn van die slavernijtijd. "Het verleden hoort bij iedereen, het is belangrijk dat er nagedacht wordt over de maatschappij waarin we zitten."
Buitenlandse leerlingen
Op het moment dat Groenewoud vertelt over het slavernijverleden, sporten tientallen studenten van de Internationale Schakelklas op de sportvelden van het Valuascollege. Het zijn leerlingen die de Nederlandse taal leren voor een nieuwe toekomst in Nederland. De vraag van Groenewoud om begrip en empathie voor mensen met een andere achtergrond, kunnen de leerlingen direct projecteren naar de sportvelden naast hun klaslokaal. "Ik zie wel een parallel", aldus Jules Groenewoud. "ik hoop dat de verbinding met elkaar, met andere culturen beter zal worden. Dat is het bewustwordingsgevoel dat ik aan iedereen wil overbrengen."