Politici melden meer bedreigingen, vooral Wilders is doelwit

Geert Wilders wordt omringd door beveiligers. © ANP
Vorig jaar kreeg de politie een record aantal meldingen van bedreigde politici. Zeker de helft van alle meldingen kwam van Geert Wilders.
In 2022 kreeg het Team Bedreigde Politici (TBP) van de politie Den Haag 1125 meldingen binnen van bedreiging en opruiing aan het adres van Kamerleden en bewindspersonen, bijna twee keer zoveel als het jaar daarvoor.

Bedreiging

Minimaal de helft van de 1125 meldingen kwam van PVV-leider Geert Wilders. Veel bedreigingen die hij ontving kwamen van buiten de Europese Unie. Het totale aantal politici dat bedreigd wordt, is vergelijkbaar met voorgaande jaren. Over individuele politici doet het OM omwille van de privacy geen uitspraken.

Maatschappelijke onrust

Als een melding van bedreiging wordt gedaan door een politicus, wordt de kwestie bekeken door het OM. In 2022 concludeerde het OM in 889 gevallen dat de melding een strafbare bedreiging betrof. Het jaar ervoor lag dat aantal een stuk lager: 373. Volgens het OM blijft het bedreigen van politici "een hardnekkig probleem" en is maatschappelijke onrust een van de belangrijkste oorzaken van de toename.

Social media

De meeste bedreigingen worden gedaan via social media. In zo'n geval is het vaak ingewikkeld om te achterhalen wie er achter het account zit. Ook werden veel van de strafbare dreigementen vorig jaar gedaan vanuit landen buiten de EU. Bijna 600 van de 889 kwamen uit landen als Pakistan, waarmee Nederland geen rechtshulpverdrag heeft. "Zonder rechtshulpverdrag is de kans heel gering dat de plaatselijke autoriteiten binnen een aanvaardbare termijn meewerken", aldus het OM.
Lukt het inderdaad niet om rechtshulp te krijgen bij identificatie en verdachtenverhoor, dan wordt het onderzoek beëindigd. In 712 gevallen heeft het onderzoek geen verdachte opgeleverd die kon worden opgepakt.

Voor de rechter

Vorig jaar werden 37 verdachten voor de strafrechter gedaagd. Die legde onder meer celstraffen tot vijf maanden en taakstraffen tot 120 uur op. Zeven gevallen werden tijdens een OM-zitting behandeld en vier zaken werden overgedragen aan landen waarmee Nederland wel een rechtshulpverdrag heeft. Door Bureau Halt is een bedreiging door een minderjarige afgehandeld en een zaak is geseponeerd wegens gebrek aan bewijs. In 127 gevallen loopt het onderzoek nog.
Het TBP van de politie richt zich op strafbare bedreigingen tegen landelijke politici binnen het ‘Rijksdomein’, zoals ministers, Eerste en Tweede Kamerleden en staatssecretarissen.