Verdachte (13) van brandstichting school blijft langer vast

Een van de deuren van de school is met grafitti bespoten. © Fer Traugott
De 13-jarige jongen die verdacht wordt van brandstichting bij het BC Broekhin in Roermond zit nog altijd in de cel. De komende dagen wordt bekeken of hij langer blijft vastzitten. De jongen wordt verdacht van brandstichting en zit in beperking.
Maar wat betekent dat nou precies, als een minderjarige wordt aangehouden?

Zwijgrecht

Isabelle Daemen-Demarteau, jeugdstrafrechtadvocate bij Daemen Advocatuur & Mediation, legt uit wat er dan gebeurt. Eerst wordt de arrestant naar het politiebureau gebracht en vindt er een verhoor plaats. De politie wil dan weten wat er precies is gebeurd. Maar dat hoeft niet: "Want ook als jongere heb je het recht om te zwijgen", zegt Daemen-Demarteau, jeugdstrafrecht advocate

Recht op advocaat

Ouders worden altijd door de politie op de hoogte gesteld als een minderjarige is aangehouden. Dat is de politie verplicht. "Bij jongeren is ook zo dat ze net als volwassenen recht hebben op een advocaat voorafgaand aan het verhoor, en tijdens het verhoor", vervolgt Daemen haar uitleg. "Op het moment dat er een verhoor gaat plaatsvinden wordt er een advocaat bij betrokken. Voorafgaand aan het verhoor kan de verdachte met een advocaat overleggen en wordt hij of zij voorbereid op wat er allemaal gaat gebeuren: Wat is er aan de hand? Hoe is het zo gekomen dat de politie je heeft aangehouden, maar ook geeft de advocaat het advies je wel of niet te beroepen op het zwijgrecht, wel of geen verklaring afleggen." Een gesprek met een advocaat is altijd vertrouwelijk en zal alleen met anderen gedeeld worden na toestemming van de jongere zelf. Dit geldt ook voor zijn of haar ouders.

Vertrouwenspersoon

Wat wel anders is dat bij een minderjarige verdachte ook een vertrouwenspersoon bij het verhoor aanwezig mag zijn als de jongere dat wil. Daemen: "Dat kan een van de ouders zijn, maar bijvoorbeeld ook een voogd, een leraar of een begeleider." Daemen kijkt altijd naar de situatie waarin de verdachte zit en past daarop haar advies aan. "Sommige jongeren vertellen heel veel, anderen veel minder. Zelfs niet aan hun advocaat. Ze zijn soms ook wat wantrouwig: wie ga ik wat vertellen."

Langer onderzoek

Als er langer onderzoek nodig is dan kan de hulpofficier van justitie een verdachte voor drie dagen in verzekering stellen. Dit voorarrest mag daarna nog een keer met drie dagen verlengd worden. "Bij een minderjarige is het wel zo dat die voorlopige hechtenis zo min mogelijk moet gebeuren en zo kort mogelijk moet zijn. Er wordt eigenlijk altijd gekeken of de hechtenis van zo’n jongere geschorst kan worden, of dat hij of zij thuis in verzekering gesteld kan worden. Om te voorkomen dat kinderen, want daar hebben we het over, onnodig op een politiebureau vastzitten”, legt Daemen de gang van zaken uit.

Beperking

De jongen uit Roermond die verdacht wordt van brandstichting op school zit ook in beperking. "Dat betekent dat hij geen contact met de buitenwereld mag hebben. De reden daarvoor kan bijvoorbeeld zijn dat er meerdere verdachten zijn. In deze zaak hebben getuigen nog iemand gezien. Het zou dus kunnen dat de politie niet wil dat deze twee personen contact met elkaar hebben en verklaringen mogelijk op elkaar kunnen afstemmen. Niets wat uit het verhoor komt mag naar buiten worden gebracht", legt Daemen uit.

Voorgeleiding

Op het moment dat de drie dagen in verzekeringstelling zijn verstreken en de officier van justitie vindt dat de minderjarige verdachte langer vast moet blijven zitten, dan wordt die voorgeleid aan de rechter-commissaris. "Die beslist dan of er een in bewaring stelling moet komen. Dat is dan voor 14 dagen. Maar nog steeds geldt: dat moet voor de jongere zo min en zo kort mogelijk zijn en met de minst heftige consequenties", legt Daemen uit.

Vrij onder voorwaarden

Ze vervolgt: "Het kan zo zijn dat er wel voldoende redenen zijn om een verdachte vast te houden, maar dat hij of zij dan vanwege persoonlijke omstandigheden toch op vrije voeten wordt gesteld. Jongeren moeten bijvoorbeeld gewoon naar school kunnen gaan, dat is doorgaans beter dan in een politiecel verblijven. Er worden dan voorwaarden aan verbonden dat de verdachte bijvoorbeeld geen contact mag hebben met bepaalde mensen."

Raad voor de Kinderbescherming

Bij minderjarige verdachte wordt ook altijd in een vroeg stadium contact opgenomen met de Raad voor de Kinderbescherming. “Zij kijken met de politie en de officier van de justitie mee of er iets moet er gebeuren met het gezin of deze jongere”, weet Daemen. Het is ook niet voor niks dat de Raad van de Kinderbescherming wordt ingeschakeld. Daemen: “Soms is het feit dat iemand verdacht wordt van strafbare feiten een signaal dat bepaalde problemen zijn. Dan wordt altijd gekeken is er hulpverlening nodig. Soms kan dat ook betekenen dat een kinderbeschermingsmaatregel nodig is zoals een ondertoezichtstelling. Zijn er meer signalen? Gaat het thuis goed? Gaat het op school goed? Dan wordt er meer gekeken wat is er nodig aan hulp dan dat er alleen gekeken wordt wat is er gebeurd en moet er een straf komen.”