Arriva-chauffeur Peter staakt ook: 'De maat is nu echt vol'

We spreken met Peter af op het station van Maastricht. Net voordat hij met lijn 350 door het Heuvelland gaat rijden, heeft hij even tijd om aan te geven waarom hij en zijn collega's vanaf maandag het werk neerleggen.

Peter geeft gelijk aan dat hij het heel vervelend vindt voor de reiziger, maar volgens hem kan het nu niet anders. Het is voor hem niet de eerste keer dat hij meedoet aan een grote stakingsactie. In 2008 staakte Peter ook al enkele weken. "In die periode hebben we ook alternatieve stakingsmethodes gehanteerd. We hebben in die tijd alleen in de spits gereden, buiten de spits niet. We hebben toen ook passagiers gratis meegenomen. Daar zijn we als stakers voor afgestraft omdat we door de werkgever werden gekort op het salaris. Daarom rijden we nu liever helemaal niet zodat we dus 'echt' staken in de hoop dat de invloed ervan groot zal zijn.

Een van de belangrijkste redenen om te staken, is om te komen tot een lagere werkdruk. "Er bestaan ritten bij die vier uur en twintig minuten duren. Hierbij heb je één korte onderbreking om even naar de wc te gaan. Zo'n rit duurt veel te lang. Iedereen kent wel het advies dat je een kwartier moet rusten nadat je twee uur gereden hebt. Dat geldt blijkbaar dus niet voor ons. Daarbij komt dat het op de weg steeds drukker wordt en dat je te maken hebt met kortere lontjes, zowel van weggebruikers als van passagiers.

Met de komst van de ov-chipkaart gaat het in- en uitchecken veel sneller dan voorheen. Maar dat levert volgens Peter niet altijd de gewenste tijdswinst op. "De ov-chipkaart kun je ook opwaarderen in de bus. Als meerdere passagiers dat willen doen, krijg je een vertraging van enkele minuten. Dit is niet meegerekend in je reistijd."

Naast het verlichten van de werkdruk, moet er volgens Janssen ook wat gedaan worden aan het loon. Chauffeurs zeggen een fatsoenlijke compensatie te willen voor de hoge inflatie van het afgelopen jaar. In 2022 hebben chauffeurs een loonsverhoging gekregen van 2,8 procent. Het laatste bod vanuit de werkgevers omvatte onder meer een loonsverhoging van 8 procent voor een cao van een jaar. Volgens Janssen is dat te weinig: "We zien graag een loonsverhoging van minstens 10 procent."

Volgens de Vereniging Werkgevers in het Openbaar Vervoer (VWOV) lag het bod van 8 procent in lijn met de huidige inflatie. Maar omdat dit bod niet geaccepteerd werd door de bonden, is het cao-bod komen te vervallen en moeten de onderhandelingen weer van voren af aan beginnen.