Dinovogelvondst geeft nieuwe kijk op evolutietheorie

Fossielen van de Janavis Finalidens © L1 (Sjors Abeling)
Jaren na hun vondst vlak over de grens bij Maastricht, hebben de 66,9 miljoen jaar oude resten van twee vogels nieuw inzicht gegeven over de evolutietheorie. "Darwin zou deze ontdekking fantastisch gevonden hebben."
Dat zegt John Jagt, paleontoloog bij het Natuurhistorisch Museum in Maastricht. Volgens de paleontoloog was Charles Darwin, de schrijver van de evolutietheorie, altijd op zoek naar tussenvormen. "Deze ontdekking toont een aantal tussenvormen", vertelt Jagt.

Samen geleefd

Het gaat om fossielen van de janavis finalidens, een grote vogel met een bek vol tanden, en de asteriornis maastrichtensis, een kleine patrijsachtige. "Het feit dat ze naast elkaar gevonden zijn en van dezelfde relatieve ouderdom zijn, zo'n 66,9 miljoen jaar oud, maakt de vondst bijzonder", zegt de paleontoloog. "We hebben nog nooit eerder gezien dat de voorloper van de hoenders en de primitieve tanddragende vogel samen voorkomen."

Micro-CT scan

De fossielen van beide vogels werden in 2000 gevonden in de groeve CBR-Romontbos, aan de Belgische kant van de Sint-Pietersberg in Eben Emael. De techniek om goed onderzoek te doen bestond toen nog niet. Nu kan dat wel. "Het meeste spul zat nog ingekapseld in een mergelblok en 20 jaar geleden hadden we de micro-CT scans nog niet die we nodig hadden om deze ontdekking te doen" aldus Jagt.
De fossielen zijn de komende tijd te bezichtigen in het Natuurhistorisch Museum in Maastricht.