Taakstraffen voor illegaal opgraven oorlogsvliegtuig
De drie mannen die in Meerlo illegaal onderdelen van een vliegtuig uit de Tweede Wereldoorlog hebben opgegraven, zijn door de rechtbank veroordeeld tot taakstraffen van 80 tot 100 uur.
Het trio haalde in 2018 een Britse Spitfire zonder vergunning uit de grond. Ze gebruikten daarvoor groot materieel zoals een graafmachine.
Diepe put
Op de locatie waar het oorlogsvliegtuig in 1944 neerstortte, groeven ze onder meer een put van twee meter diep. Ze gebruikten daarbij een pomp om het grondwater weg te pompen zodat ze dieper konden graven. Ze deden dit zonder het wettelijk vereiste certificaat.
Verschillende delen van het vliegtuig zijn opgegraven, waaronder een parachute, een reddingsvest en onderdelen van een motorblok. De drie mannen hebben allemaal één of meer delen van de buit gehouden.
Zeer kwalijk
De rechter vindt het zeer slecht dat de mannen bij hun drang om oorlogsobjecten te bezitten, alle zorgvuldigheid in de wind hebben geslagen. "Bijzonder kwalijk is dat hij bij zijn verzamelactiviteiten zelfstandig munitie onklaar heeft gemaakt. Dat dit ondeugdelijk gebeurde, blijkt wel uit het feit dat een deel van de bij hem aangetroffen munitie, wegens gevaarzetting, moest worden vernietigd", stelt de rechtbank.
Straffen
De hoogste straf is voor de initiatiefnemer. Hij krijgt een taakstraf van 100 uur en een voorwaardelijke celstraf van 1 maand. Daarnaast moet hij een taakstraf uit een eerdere veroordeling uitvoeren, omdat hij nog in zijn proeftijd zat.
De andere twee mannen kregen een taakstraf van 80 uur opgelegd.