Onderzoek provincie: 'Kernenergie in Limburg is mogelijk'

Het onderzoek werd uitgevoerd in opdracht van gedeputeerde Maarten van Gaans (D66) nadat een meerderheid van het Limburgs Parlement zich vorig jaar uitsprak voor het gebruik van kernenergie als onderdeel van de overgang naar duurzame energie.

De onderzoeker concluderen nu in een rapport dat een kleine kerncentrale een optie is in Limburg. De provincie vroeg specifiek te onderzoeken of het mogelijk is om tussen 2030 en 2035 deze centrale(s) te bouwen. Volgens het rapport is een mini-centrale de enige realistische optie op deze termijn. Na 2035 is het ook mogelijk om een grotere centrale te bouwen. Die zou dan langs de Maas gebouwd moeten worden om voldoende aanvoer van koelwater te hebben. Een minicentrale heeft geen koelwater nodig. Grotere kerncentrales, die veel meer stroom opwekken, zijn geen optie in Limburg. Reden is dat de mogelijkheden met koelwater beperkt zijn.

Een minicentrale levert 20 tot 50 MWe op. Daarmee kunnen 20.000 tot 50.000 huishoudens tegelijkertijd energie krijgen. Ter vergelijking: de kerncentrale in Borsele levert 481 MWe op. Een stuk meer dan de minicentrales die in het onderzoek worden genoemd.

De minicentrales hebben geen koeltorens nodig. De centrales zijn zo groot als één voetbalveld. Een grotere koelcentrale neemt vier tot vijf voetbalvelden in beslag.

De onderzoekers adviseren om in Limburg te kijken naar een mix van verschillende kerncentrales om energie op te wekken. Gedeputeerde Staten moeten nu beslissen welke verdere stappen genomen worden. Optie is om de Limburgse mogelijkheden verder te onderzoeken, of juist het onderzoek stop te zetten. Verder kan de provincie zich aansluiten bij de besluitvorming van het Rijk. In Den Haag wordt volgend jaar de koers bepaald wat betreft kernenergie.

Reden voor het onderzoek is de energietransitie die Limburg ondergaat. De provincie wil overgaan naar duurzame energie. Kernenergie is een van de opties omdat hierbij geen CO2 vrijkomt. Het gaat om een zogeheten nulfase-onderzoek waarbij alleen gekeken wordt naar technische en veiligheidsaspecten en de beschikbaarheid van koelwater. Locaties of kosten zijn daarbij niet aan de orde.