Drukte bij Centrum Seksueel Geweld na The Voice-schandaal

De onthullingen over misstanden bij The Voice of Holland zijn ook vrijdag nog het gesprek van de dag. Door alle aandacht nemen meer mensen contact op met het Centrum Seksueel Geweld (CSG) Limburg om te vertellen over ervaringen met seksueel geweld.
"We ontvangen meer telefoontjes en ook op de chat is het druk", zegt coördinator Vivian Smeets van de instelling op L1 Radio.
'Slachtoffers voelen zich gehoord'
Je zou het enigszins met de #metoo-beweging van een aantal jaar geleden kunnen vergelijken. "Dit maakt natuurlijk ook veel los bij andere slachtoffers die dit hebben meegemaakt. Ze voelen zich gehoord nu", vertelt Smeets.
Het Centrum Seksueel Geweld Limburg is een plek waar iedereen terecht kan die te maken heeft gehad met seksueel geweld. Het is een samenwerking tussen diverse partijen zoals de Limburgse GGD'en, gemeenten, politie, Slachtofferhulp Nederland en het Maastricht UMC+.
Schaamte, schuldgevoel en angst
Het CSG heeft een brief aan Nederland gepubliceerd. Die staat op de website van de instelling. Daarin wordt onder meer uitgelegd wat slachtoffers weerhoudt om seksueel geweld te melden. Volgens Smeets begint het met een combinatie van schaamte, schuldgevoel en angst bij de slachtoffers.
"Ligt het aan mij? Heb ik misschien de verkeerde signalen gegeven? Ze zoeken vrij snel en onterecht de schuld bij zichzelf waardoor het heel moeilijk is om over die drempel te stappen", aldus Smeets.
Aangifte tegen Jeroen Rietbergen
En dat was precies het geval bij Nienke Wijnhoven (23) uit Horst die in 2018 meedeed aan de talentenjacht. De zangeres was eerder deze week te gast bij de talkshow Beau om over haar ervaringen te vertellen. Ze zei toen betast te zijn door bandleider Jeroen Rietbergen. Wijnhoven legde de schuld vooral bij haarzelf neer, maar door alle ontwikkelingen durfde ze de stap te nemen om aangifte te doen.
Contract met voorwaarden
"Schaamte en schuldgevoelens zijn een hoge drempel, maar ook angst in afhankelijkheidsrelaties", legt Smeets uit. En die angst had Wijnhoven ook. Ze was bang haar verhaal te delen, omdat ze een contract had getekend waarin allerlei voorwaarden stonden omschreven die ze niet exact meer wist. "Slachtoffers vragen zich af wat voor consequenties het heeft als ze naar buiten treden. Maar ook: gaan mensen mij geloven? Door die gedachtes wordt er een drempel gecreëerd", aldus Smeets.
Reactie van de omgeving
Als de slachtoffers hun verhaal eindelijk aan iemand vertellen, is de reactie die ze dan krijgen ook vaak een probleem volgens de coördinator. "Ze krijgen dan vragen waarom ze zijn meegegaan, waarom ze niet geschreeuwd hebben en waarom ze de pleger niet hebben weggeduwd." Victim blaming noemen we dat: vragen en opmerkingen die maken dat slachtoffers zich nog schuldiger gaan voelen dan ze al doen. Hierdoor durven ze volgens het CSG geen hulp te zoeken. "Terwijl het hele traumatische ervaringen zijn voor zo'n slachtoffer", zegt Smeets.
Op het moment dat er sprake is van ongewenste seksuele ervaring komt het slachtoffer in een overlevingsmodus terecht. "Daar heb je totaal geen controle over. Of je bevriest, of je vecht of je vlucht. Dat zijn automatische reacties op dat moment", verklaart Smeets.
Stoppen met slachtofferbeschuldiging
Mede door het ongeloof lopen slachtoffers jaren met een geheim rond. Daarom hamert het CSG erop dat de omgeving moet ophouden met victim blaming. De instelling wil vooral dat het onderwerp seksueel geweld ook nadat het stof van BOOS is neergedaald zichtbaar blijft.
Volgens pedagoog Ingeborg Dijkstra ligt het niet aan de vrouwen. We moeten het hebben over de mannen die dit soort wangedrag vertonen, want daar zit volgens haar het probleem: