Cel geëist in Hypo-Leasezaak uit Maastricht

Achttien maanden celstraf, taakstraffen en voorwaardelijke hechtenis. Die straffen zijn dinsdag voor de rechtbank in Maastricht geëist tegen vijf verdachten in de zaak Hypo-Leasing.
Hypo-Leasing - met een kantoor in het Maastrichtse MECC - adverteerde in Duitse kranten met goedkope leningen.
Opgelicht
Hypo-Leasing richtte zich volgens officier van justitie Martin Scharenborg op ondernemers en particulieren die bij reguliere banken geen krediet konden krijgen. Hypo-Leasing zou dit regelen en vroeg een aanbetaling. Als die binnen was, werd geen krediet verstrekt omdat contractuele afspraken niet nagekomen zouden zijn. "De mensen zijn belazerd. Er is nooit enige intentie geweest om een lening te verstrekken." Duitse, Belgische, Kroatische en Luxemburgse klanten zouden voor in totaal 7,5 miljoen euro zijn opgelicht.
Criminele organisatie
Volgens het Openbaar Ministerie (OM) hebben de verdachten (uit Heerlen, Gulpen en Duitsland) zich allen schuldig gemaakt aan deelname aan een criminele organisatie.
Witwassen
Hoofdverdachte Marc S. (47) wordt onder meer nog oplichting en witwassen ten laste gelegd. De Duitser Ralf J., volgens justitie het brein achter Hypo-Leasing, kreeg in Duitsland zeven jaar celstraf. De zaak is in cassatie terugverwezen naar een lagere rechtbank.
Terugbetalen
Marc S. wordt gezien als de rechterhand van J. Hij moet volgens het OM voor zijn aandeel achttien maanden celstraf krijgen. Ook dient hij bijna 192.000 euro terug te betalen aan een gedupeerde en moet hem 394.000 euro worden ontnomen. De vier andere verdachten, werknemers bij Hypo-Leasing, moeten volgens het OM veroordeeld worden tot taakstraffen van 120 tot 240 uur en voorwaardelijke celstraffen. De eisen tegen alle vijf verdachten zijn milder uitgevallen omdat het lang heeft geduurd voor de zaak onder de rechter kwam.
De advocaten pleiten voor vrijspraak. Ze stellen dat hun cliënten geen weet hadden van de criminele handelingen door Ralf J. "Ze stonden op een loonlijst en verwerkten opdrachten. Uit niets blijkt dat ze op de hoogte waren."