Grootste risico op armoede in Heerlen

Van alle huishoudens in die gemeente leefde 12,7 procent in 2016 met een laag inkomen. Gevolgd door Kerkrade en Vaals, beide 11,4 procent en Maastricht 11,2 procent.

Voerendaal
De minste armoede is in Voerendaal. Daar leeft vier procent van de mensen op de armoedegrens.

In Midden- en Noord-Limburg liggen de cijfers anders. Daar hebben mensen in Roermond en Venlo met 10 procent en 9,3 procent de meeste mensen kans op armoede. In Horst aan de Maas heeft vier procent van de inwoners een laag inkomen.

Vooral in de grote steden leven meer mensen met een laag inkomen. Zo hebben de inwoners van Rotterdam 15,3 procent kans op armoede en Amsterdam 14,6 procent. Volgens het CBS is het aantal huishoudens in ons land dat langdurig van een laag inkomen moet rondkomen in één jaar tijd met 15.000 toegenomen tot 224.000. Dat komt neer op 3,3 procent van alle huishoudens.

In 2016 moest 8,2 procent van de Nederlandse gezinnen rondkomen van een laag inkomen, net als in 2015. De verwachting is dat dit in 2017 niet is gestegen. Pas dit jaar verwacht het CBS een kleine daling van het aantal lage inkomens, naar 7,9 procent.

Het CBS legt de grens van een laag inkomen op 1030 euro netto per maand voor een alleenstaande, 1370 euro voor een alleenstaande vader of moeder met één kind en 2120 euro voor een stel met drie kinderen. Deze bedragen zijn inclusief zorgtoeslag en exclusief huurtoeslag. Wie onder de grens zit, geldt in de CBS-definitie als arm.