'Vermoorde Kosterman kreeg onvoldoende bescherming'

1 november 2014, 08:20 • 2 minuten leestijd

Guido Kosterman, die in december 2012 in Maastricht werd vermoord, kreeg als infiltrant voor de politie onvoldoende bescherming.

Dat zegt de Bossche strafrechtadvocaat Arthur van der Biezen tegen De Telegraaf. Van der Biezen staat Alberto T. bij, die verdacht wordt van de moord op Kosterman.

Volgens de raadsman staat vast dat de in Maastricht omgebrachte drugshandelaar Guido Kosterman (25) een politiemol was en dat zijn verraden kompanen hem uit wraak gruwelijk hebben gemarteld.

"Kosterman werd meermalen bedreigd en zwaar mishandeld, maar klopte vergeefs bij de politie aan om bescherming. Uiteindelijk heeft het hem zijn leven gekost", zegt Van der Biezen.

Het lichaam van Kosterman werd in december 2012 gevonden in een loods in Maastricht. Uit sectie bleek dat de man urenlang gemarteld was en vervolgens doodbloedde. Daarna werd het lichaam van de 25-jarige man uit Wijk bij Duurstede in brand gestoken.

Alberto T. wordt verdacht van de moord op zijn vriend.

Een gelijkwaardig motief schuilt volgens Van der Biezen achter de brute aanslag op Tamara Plehn (30). De Brabantse werd op 28 maart 2013 voor haar woning in Berghem doodgeschoten.

"In beide zaken konden de slachtoffers geen beroep doen op de autoriteiten toen hun veiligheid in groot gevaar kwam", zegt Van der Biezen.