Tussen de resten van mosasaurus Lars zijn mogelijk ook botten van een tweede mosasaurus gevonden.
Paleontoloog John Jagt durft het nog niet keihard uit te spreken. Maar eigenlijk kan hij niet anders concluderen dan dat in de enorme blok mergel met de schedel van Lars ook resten van een andere mosasaurus zitten. "Ik heb er een moeilijk gevoel bij. Ik ben er nog niet helemaal uit. Maar Lars is in elk geval een gekke jongen. En het wordt steeds gekker."
Formaat
Onlangs ontdekte preparateur Mart Deckers van het Natuurhistorisch Museum Maastricht een zogeheten premax, een snuitpunt. Het bot zat verstopt in de mergelresten die van de voorkant van het blok afgebroken waren bij de verhuizing van de ENCI-groeve naar het museum. Alleen: de snuitpunt is wel erg klein en lijkt qua formaat niet te passen bij de rest van het skelet van Lars.
Baby
"Als je het vergelijkt met de Bemelse mosasaurus die ongeveer acht meter lang was, dan is Lars wel heel klein geweest, een baby!" De veel te kleine premax is een nieuw raadsel dat het mergelblok met de fossiele resten blootgeeft.
Kaken
Doordat de botresten niet meer in anatomisch verband liggen, is het lastig te bepalen welke onderdelen bij elkaar horen, maar eerder werd al duidelijk dat er meer kaken lijken te zijn dan de zes die een Mosasaurus hoffmanni hoort te hebben: twee onderkaken, twee bovenkaken en twee verhemeltekaken.
Soortgenoot
John Jagt heeft in de groeve gezien dat aan de voorkant van het mergelblok nog twee kaken zitten, die nu niet zichtbaar zijn omdat het blok deels in gips is ingepakt. Past de snuitpunt misschien op deze kaken? Heeft Lars een soortgenoot in zijn bek gehad? Of is hij gestikt bij kannibalisme?
Verhaal
Binnenkort start een nieuwe fase van het onderzoek en komen die extra kaken weer in beeld. Voorlopig is het mysterie nog niet opgelost.
Elke dag het belangrijkste nieuws in je mail? Dat regelen we voor je. Klik hier.