Jonathan W. (34) was volgens justitie de ingenieur van het grootste cocaïnelaboratorium dat ooit in Nederland is ontmanteld. De dertiger uit Linne zou zijn 'werk' hebben verricht binnen een criminele organisatie.
Die organisatie bestierde het cokelab in het Drentse Nijeveen. Justitie berekende dat het lab per jaar een omzet van ruim twee miljard euro kon draaien.
Lees ook: Man uit Linne gearresteerd voor grootste cocaïnelab ooit
Grote namen
Op 7 augustus deed de politie een inval in het lab in Nijeveen. Zestien mensen, voornamelijk Colombianen, werden die dag gearresteerd. Zij waren aanwezig in het cokelaboratorium zelf. De grotere namen kwamen later in beeld; de eerste hoofdverdachte werd halverwege oktober gearresteerd en de laatste zit sinds medio december vast. Eén verdachte is nog voortvluchtig.
Blanco strafblad
Jonathan werd op 27 november aangehouden. Hij vluchtte na de inval in augustus naar Spanje, maar kwam na inmenging van zijn advocate Gitte Stevens terug naar Nederland om zich te melden. Donderdag stonden hij en de andere hoofdverdachten voor het eerst voor de rechter. Alle advocaten vroegen het voorarrest van hun cliënt te schorsen.
Stevens wees namens Jonathan op zijn blanco strafblad en het feit dat de behandeling van de zaak nog lang op zich laat wachten, wat een 'onwenselijk lang' voorarrest zou betekenen. De rechter besloot toch anders en verlengde Jonathans voorarrest.
Laboratorium ontworpen
Als het aan justitie ligt is dat de enige juiste keuze. Jonathan wordt gezien als de man die het laboratorium heeft ontworpen en hield zich volgens opsporingsdiensten bezig met het bouwen van de ruimte. Voor het bewijs vaart justitie grotendeels op EncroChat, de chatdienst die afgelopen jaar gekraakt werd. Via EncroChat zouden de hoofdverdachten contact met elkaar hebben gehad.
In april verschijnen de hoofdverdachten opnieuw voor de rechter. Het gaat dan weer om een tussentijdse zitting. Een inhoudelijk proces wordt op zijn vroegst eind dit jaar verwacht.