Het provinciebestuur wil dat het Limburgs door het Rijk wordt erkend als regionale taal. Dat zou erg helpen bij het streven om meer Limburgers dialect te laten spreken.
Dat staat in een notitie van CDA-gedeputeerde Ger Koopmans voor het Limburgs Parlement over het beleid inzake streektaal.
Erkenning
Koopmans schrijft dat hij een overeenkomst met het Rijk wil sluiten waarin het Limburgs wordt erkend als 'zelfstandig en volwaardig onderdeel van het Nederlandse taalsysteem'. Onlangs werd zo'n deal ook afgesloten voor het Nedersaksisch dat in Noordoost Nederland wordt gesproken.
Limburgs met peuters
Volgens Koopmans is op ambtelijk niveau positief gereageerd. De gedeputeerde denkt dat een overeenkomst met het Rijk zorgt voor positieve aandacht voor het Limburgs en met name helpt voor samenwerking met het onderwijs. Het spreken van dialect is minder vanzelfsprekend dan vroeger. Iets meer dan de helft van de Limburgse jongeren is in het Limburgs opgevoed, tegenover 70 procent van de 45-plussers. Met name via het onderwijs kan die trend worden omgebogen, op vrijwillige basis. Zo komt er dit jaar een proef in de kinderdagverblijven van de in zeven Zuid-Limburgse gemeenten actieve stichting Spelenderwijs om het spreken van Limburgs met peuters te bevorderen.
Taalunie
In de streektaalnotitie wordt ook een lans gebroken voor een Limburgse Taalunie. Dat moet een nieuwe beleidsorganisatie worden voor het versterken van het Limburgs. Net zoals de Nederlandse Taalunie dat voor het Nederlands is. De Limburgse Taalunie moet drie taken krijgen: het verrichten van onderzoek, het adviseren over het gebruik van streektaal aan bijvoorbeeld lokale overheden en het onderwijs. Maar ook het ontwikkelen van (les)materiaal.
Over de grens
Gedeputeerde Koopmans stelt in de notitie ook dat de verbinding met Belgisch-Limburg niet moet worden vergeten. De Vereniging voor Limburgs Dialect- en Naamkunde is de enige organisatie die in beide Limburgen actief is. Die vereniging krijgt dit en volgend jaar dan ook 1500 euro subsidie van de provincie.