Inbrekers hebben hun aandacht verlegd naar opslagruimtes, schuren en garages omdat mensen tijdens de coronacrisis vaker thuis zijn.
In Limburg steeg dit soort inbraken afgelopen maanden fors boven het aantal woninginbraken uit.
Kentering
De kentering ontstond in april. Toen telde de politie in Limburg 96 inbraken in garages en schuren, tegenover 86 woninginbraken. In mei liep het verschil nog verder op: 111 inbraken in bijgebouwen tegenover 78 woninginbraken.
Daarmee volgt de provincie de landelijke trend. In de eerste vijf maanden van dit jaar werd in Nederland 5500 keer ingebroken in gebouwen die los staan van een woonhuis, bijna acht procent meer dan een jaar eerder.
Telling
Als een inbreker toeslaat in een garage die aan een woning vastzit, telt de politie dit als een woninginbraak. Normaal gesproken wordt er veel vaker ingebroken in woningen dan in schuren en garages.
In mei kwamen beide vormen van inbraak vrijwel even vaak voor in Nederland. Dat was voor het eerst sinds 2012, toen de politie begon met deze telling. Waarbij in Limburg dus de teller nog verder doorsloeg naar inbraken in bijgebouwen.
Hoe zit in jouw gemeente? Bekijk het op deze kaart:
Zakkenrollers
Dat het aantal inbraken in schuren en garages is toegenomen is opvallend, gezien de criminaliteitscijfers sinds maart juist flink daalden door de coronapandemie. Zo slaan zakkenrollers en fietsendieven minder vaak toe. Ook het aantal woninginbraken daalde de afgelopen maanden fors. Wel signaleert de politie meer gevallen van fraude en worden er meer mensen het slachtoffer van cybercriminaliteit. En het aantal meldingen van jeugdoverlast steeg.