De groepsimmuniteit die premier Mark Rutte hoopte te bereiken door de coronamaatregelen niet zo streng te maken als in andere landen, is nog ver weg.
Dat schat Christian Hoebe, arts infectiebestrijding van de GGD Zuid-Limburg.
Niet op natuurlijke wijze
Volgens de meest recente cijfers van bloedbank Sanquin zou zo'n 5,5 procent van alle Nederlanders antistoffen tegen het virus bij zich dragen. Dat is fors minder dan de 60 procent die nodig is om tot groepsimmuniteit te komen. In Limburg zouden we op een 10 procent moeten zitten, zegt Hoebe vrijdagavond in L1mburg Centraal. "Die groepsimmuniteit gaan we dus op een natuurlijke wijze niet meer behalen."
Volgens Hoebe is het wachten op een vaccin de beste kans om die immuniteit alsnog te behalen. "Inmiddels worden er zo'n tien vaccins getest op mensen", legt hij uit. "Dat wil niet zeggen dat we er binnenkort al zijn. Het kan nog wel een jaar duren voordat we een vaccin hebben."
Muur om ouderen heen
Rutte legde in maart nadruk op de term groepsimmuniteit: mensen die de coronabesmetting het hoofd kunnen bieden, raken daarna normaliter immuun voor het virus. Zij kunnen de ziekte dan ook niet verder verspreiden. Die groep moet volgens Rutte groot worden. "Je bouwt dan als het ware een muur om ouderen en kwetsbaren heen", zei de premier destijds.