Eureka-momenten: eerste profclub en de Maastrichtse Edison

Een oude ploegfoto van Fortuna '54, de eerste profclub van Nederland. © ANP/Louis van Paridon
Limburgse wetenschappers, ondernemers en zelfs carnavalsvierders hebben nogal eens een ontdekking gedaan die baanbrekend was. Zo zijn er heel wat eureka-momenten geweest die de geschiedenis een klein beetje veranderd hebben.
In de Maand van de geschiedenis die in oktober traditiegetrouw wordt georganiseerd is dit jaar het thema Eureka. Historicus Frank Hovens van het Sociaal Historisch Centrum voor Limburg vond tien Limburgse eureka-momenten; ingevingen die de samenleving veranderd hebben.
Wij hebben tien Limburgse eureka's op een rij gezet in een serie, de eerste drie publiceerden we eerder.

4. Oprichting Fortuna ’54, de eerste profclub van Nederland, door Gied Joosten

Betaald voetbal was in Nederland lang taboe. Totdat de Geleense ondernemer Goed Joosten een eurekamoment kreeg: hij lapt alle regels aan zijn laars en begint op eigen houtje een profclub.
In 1954 zongen ze in Geleen uit volle borst Gelaen, dat wurd ein waereldstjad. De instant-carnavalskraker werd weliswaar gezongen met een vette knipoog (richting Sittard), maar het was ook weer niet alléén maar ironie. Sinds de opening van de Staatsmijn Maurits in 1926 was Geleen ‘booming’. Nieuw elan hing in de lucht, en het is dan ook niet zo vreemd dat hier iets nieuws werd bedacht, en wel op sportief gebied: het eureka van het profvoetbal!

Alternatieve bond voor profvoetbal

De dynamiek die Geleen destijds onderscheidde van zijn buur Sittard, een eeuwenoud maar ook ingedut stadje, kwam misschien nog wel het sterkst tot uitdrukking in de oprichting van voetbalclub Fortuna ’54. In de tijd dat de Koninklijke Nederlandse Voetbalbond (KNVB) profvoetbal verbood en spelers die betaald werden dreigde met eeuwige schorsing, trokken ze in Geleen de stoute voetbalschoenen aan. Eén persoon heeft hierin een cruciale rol gespeeld: Gied Joosten (Heerlen, 1921 - Maastricht, 1993). Deze bouwondernemer met een verleden als verzetsstrijder wist dat je met volgzaamheid geen potten breekt. Hij richtte simpelweg een alternatieve bond op, de Nederlandse Beroeps Voetbal Bond (NBVB). Dat gebeurde nadat, in navolging van het door Joosten op 1 juni 1954 opgerichte Fortuna ’54, elders in het land profclubs waren ontstaan. De KNVB kwam snel tot inzicht en stemde in met een fusie met de NBVB.

Watersnoodwedstrijd

Joosten was ervan overtuigd dat zijn dwarse initiatief tot oprichting van Fortuna en vervolgens de NBVB een haalbare kaart was. Elders in Europa was betaald voetbal al ingevoerd. In Nederland drong het besef dat profvoetbal de toekomst had pas door nadat op 12 maart 1953 in het Parijse stadion Parc des Princes de ‘Watersnoodwedstrijd’ was gespeeld (voor de slachtoffers van de Watersnoodramp van 1 februari dat jaar), waarbij Nederlandse, in het buitenland voetballende profs het nationale elftal van Frankrijk een nederlaag bezorgden. Gied Joosten was bij die wedstrijd aanwezig. Het zal voor hem een eureka-moment zijn geweest. Drie van de Parijse voetbalhelden trok Joosten aan om de centrale as van Fortuna te vormen: keeper Frans de Munck (de ‘zwarte panter’), stopperspil Cor van der Hart en midvoor Bram Appel. Joosten kon de spelers betalen dankzij de winst van zijn in 1924, mede door zijn vader, opgerichte NV Limburgsche Bouwmaatschappij (LBM).

Wilde club

Ook toen Fortuna in KNVB-verband speelde, bleef het een ‘wilde club’. De Fortunezen speelden uit en thuis veel lucratieve wedstrijden tegen Europese en Zuid-Amerikaanse topclubs (zoals Real Madrid, Rode Ster Belgrado, Chelsea, Stade de Reims, Austria Wien, Bayern München), maar ook oefenduels tegen nationale elftallen. Historisch is de 3-4 nederlaag in het Geleense Mauritsstadion tegen het Braziliaanse superteam van Botafogo op 10 juni 1959.
De prestaties op de Nederlandse velden bleven door de vermoeidheid als gevolg van al het reizen onder de maat; soms was het programma zo vol, dat er niet meer getraind werd maar alleen wedstrijden gespeeld. Een nationaal kampioenschap zat er niet in. Wel werd twee keer de KNVB-beker gewonnen: in 1957 (4-2 tegen Feyenoord in de Kuip; afb. 1) en in 1964 (na strafschoppen tegen ADO in het Philips Stadion te Eindhoven).
Fortuna '54 eind jaren '50. © Beeld: Collectie Marutiak
Na het faillissement van hoofdsponsor Vascomij in 1966 ging het met Fortuna ook bergafwaarts. De club fuseerde in 1968 met Sittardia tot Fortuna Sittardia Combinatie (FSC), in 1981 omgedoopt tot Fortuna Sittard, voor menige Geleendenaar een gruwelijke woordcombinatie.

5. Edmond Hustinx, de ‘Maastrichtse Edison’

De Maastrichtenaar Edmond Hustinx (1898-1984) was een chemicus, fabrikant, bevorderaar van kunst en wetenschap, en bovenal uitvinder. In de sporen van zijn vader verdiende deze markante figuur de kost als zeepfabrikant. Voor Edmond Hustinx was de fabriek vooral een laboratorium.
Hustinx was voortdurend in de weer met het bedenken van nieuwe of verbeterde producten (niet alleen binnen de zeepbranche) en innovatieve productieprocessen. Belangrijke, en lucratieve, uitvindingen waren een naar hem genoemde kolf en een continu roterende oven voor de productie van ‘waterglas’, een bestanddeel voor onder meer de productie van reinigingsmiddelen.
Als uitvinder was Edmond Hustinx constant op zoek naar vondsten en verbeteringen. Hij had een ‘eureka-radar’.
Edmond Hustinx © SHCL, Archief Hustinx Research BV

De Maastrichtse Leonardo da Vinci

Op het eind van zijn leven had Edmond Hustinx ruim 1100 uitvindingen en ontdekkingen notarieel laten vastleggen. Voor een deel vroeg hij nationaal en internationaal octrooi aan. Het doen van uitvindingen, ofwel het vinden van eureka’s, vormt de rode draad van zijn bestaan. Hij wordt met recht, maar ook met enige spot, de ‘Maastrichtse Edison’ genoemd. Misschien zou de bijnaam ‘Maastrichtse Leonardo’ nog beter zijn. Net als de ‘uomo universale’ Leonardo da Vinci deed Hustinx niet alleen technische uitvindingen, maar woekerde hij ook met artistieke talenten. Edmond was een verdienstelijk amateurschilder en had grote interesse in radio, film en muziek.

Milieubewust

Nog vóór in 1971 het befaamde rapport van de Club van Rome werd gepresenteerd, boog Hustinx zich over het vraagstuk van milieuvervuiling en uitputting van grondstoffen. Hustinx noemde zijn methode om uitstoot te verminderen en afval te recyclen coproductie.

Universiteit

Interesse in wetenschap en liefde voor Maastricht combineerde Edmond Hustinx in de poging om een universiteit naar Maastricht te halen. Hij was een drijvende kracht achter de Stichting Wetenschappelijk Onderwijs Limburg (SWOL), die vanaf halverwege de jaren 1960 pleitte voor de komst van een medische faculteit naar Maastricht (als springplank voor een universiteit).

Wiskunde als hobby

Na een burnout stortte Edmond Hustinx zich op de studie van de geometrie. ‘Wiskunde als hobby’ noemde hij deze bezigheid. Meetkunde had hem al zijn hele leven geboeid. Ook op dit vlak deed hij ontdekkingen, die hij meermaals notarieel liet vastleggen. De kleurrijke ‘tekeningen’ die hij maakte om zijn gedachten over meetkunde te ondersteunen, maken duidelijk hoe hij zich in geometrische vraagstukken kon verliezen.
Ontdekkingen van Hustinx. © Beeld: , Archief Hustinx Research BV
Stichting Edmond Hustinx
De persoon Edmond Hustinx leeft voort in de naar hem vernoemde stichting, opgericht in 1961. De Stichting Edmond Hustinx reikt diverse prijzen uit aan personen die verbonden zijn aan een van de onderwijsinstellingen van Maastricht. De belangrijkste zijn de Debye-prijs, vernoemd naar de Maastrichtse Nobelprijswinnaar, en de Henriëtte Hustinx-prijs voor kunstzinnige prestaties (beeldende kunst, muziek, toneel). Henriëtte Hustinx (1893-1959) was Edmonds veelzijdig getalenteerde zus.
6. Eureka op het platteland: in 1892 richt Jean Ament de eerste coöperatieve zuivelfabriek van Nederland op in Tungelroy
Hoofdonderwijzer Jean Ament in Tungelroy zette eind 19e eeuw een beweging in gang die de Nederlandse boeren aan een beter inkomen zou helpen. Voortaan zouden de kleine boeren samen gaan werken om hun boter tegen een betere prijs te kunnen verkopen.
In het laatste kwart van de negentiende eeuw was het armoe troef op het Limburgse platteland. De import van goedkoop graan uit Amerika had de West-Europese landbouw in een crisis gestort. Met name kleine boeren werden getroffen. Voor de verarmde boeren op de zandgronden van Noord- en Midden-Limburg vormde de bereiding van boter een belangrijke bron van inkomsten. Maar de kwaliteit van het zuivelproduct liet te wensen over. Geen wonder, want de omstandigheden waaronder de boter op de kleine boerderijen werd bereid, waren primitief. Van hygiëne was nauwelijks sprake en de eenvoudige werktuigen die de boerin bij de boterbereiding ter beschikking stonden, waren niet geschikt om een product van constante kwaliteit te leveren. Geld om te investeren in moderne apparatuur hadden de boeren niet. De aanschaf zou ook niet rendabel zijn geweest. De paar koeien die het doorsnee-boerengezin bezat, leverden te weinig melk om elke dag boter te kunnen karnen. Bovendien waren de boeren voor de afzet van de boter afhankelijk van dorpswinkeliers. Die kochten de boter niet, maar ruilde die tegen kruidenierswaren. Al met al bevonden de boeren zich in een kwetsbare, afhankelijke positie.

Eureka na bezoek aan België

In 1892 bedacht de 27-jarige hoofdonderwijzer Jean Ament uit Tungelroy dat het anders moest, en dat het anders kón. De boeren moesten zich verenigen. Zijn eureka-moment beleefde Ament toen hij vernam dat er in het naburige Bree, in Belgisch-Limburg, al enkele jaren een ‘samenmelkerij’ bestond, een fabriekje waar boeren voor gezamenlijke rekening hun melk tot boter lieten verwerken. Hij bezocht de coöperatie en nam zich voor zoiets ook in Tungelroy van de grond te krijgen. Ament slaagde erin om 33 boeren, die samen 184 koeien hadden, te interesseren om het voorbeeld van Bree te volgen. Op 20 mei 1892 was het zover en werd een coöperatieve ‘handkracht-boterfabriek’ opgericht.
Personeel in Tungelroy © Beeld: archief Sociaal Historisch Centrum voor Limburg
De centrale machine in de kleine boterfabriekjes van die dagen was de handmatig aangedreven centrifuge of ontromer. Dat apparaat maakte het mogelijk melk en room machinaal van elkaar te scheiden. Alleen de room was nodig voor de boterbereiding

Succes

Vooral de winkeliers, die voorheen hadden geprofiteerd van de ruilhandel, zagen de nieuwe coöperatie als een bedreiging. Op vele manieren proberen ze de fabrieksboter in diskrediet te brengen. Na drie weken lukte het Ament een eerste vaste koper voor een deel van de Tungelroyse fabrieksboter te vinden. De rest werd afgezet op de botermijn van Roermond, waar de boter met succes bleek te kunnen concurreren met de boerderijboter die er doorgaans werd geveild.

Veel interesse

Al snel vond ‘Tungelroy’ navolging. Overal in de provincie schoten de coöperatieve boterfabriekjes als paddenstoelen uit de grond. In 1900 waren het er in Limburg al 155. De gezamenlijke boterfabriek van Tungelroy was de eerste van Nederland. Het belang ervan schuilt in het feit dat kleine, individuele boeren hun krachten bundelden en een betere onderhandelingspositie wisten te verwerven, zowel tegenover leveranciers als tegenover afnemers. Mede dankzij dit concept konden de boeren zich uit het moeras van de landbouwcrisis trekken.

Overal ontstaan coöperaties

Coöperatie werd het toverwoord. Er ontstonden gezamenlijke inkooporganisaties en (boerenleen)banken. Op hun beurt sloten de ‘samenmelkerijen’ in de dorpen zich aaneen tot de Zuid Nederlandse Zuivelbond. De ZNZ bewaakte de kwaliteit van de boter en reorganiseerde de boterhandel door de oprichting van een eigen veiling in 1895. De ZNZ-veiling of botermijn was gevestigd in Maastricht. Ament was een van de voortrekkers van de ZNZ. Hij was in 1896 ook een van de oprichters van de Limburgsche Christelijke Boerenbond, voorloper van de Limburgse Land- en Tuinbouwbond (LLTB). De samenwerking van boeren in coöperaties was eind negentiende eeuw een onvermijdelijke ontwikkeling. In dat opzicht is de rol van Jean Ament van relatieve betekenis geweest, maar het is goed om te beseffen dat hij met zijn eureka-moment het vuurtje (een van de vuurtjes) heeft ontstoken.
Lees hieronder de eerste aflevering van deze serie:
💬 WhatsApp ons!
Heb jij een tip of opmerking voor de redactie? Stuur ons een bericht via whatsapp of stuur een mail naar redactie@1limburg.nl!