De helft van het twintigtal kleine weekmarkten in Limburg verdwijnt. Dat vreest voorzitter Hannie Heine van de Centrale Vereniging Ambulante Handel, afdeling Limburg.
"Grote markten, zoals Maastricht, Roermond en Venlo, dat gaat nog goed", zegt Heine. "Daar komen veel toeristen. Belgen, Duitsers. Die kopen nog."
Kleine markten
Het zijn de kleinere markten met 7 tot 25 kramen, zoals in Gulpen en Waubach, die het zwaar hebben. De markten hebben te maken met een daling van het aantal bezoekers. "Mensen gaan naar supermarkten. En ze kopen spullen via internet", aldus Heine. "Dat merken bijvoorbeeld kramen met kleding. Die zien de verkopen dalen."
Geen daalder
Ook is het lastig voor de marktverkopers om te concurreren met de prijzen in supermarkten en grote winkelconcerns, want op de markt is je gulden tegenwoordig geen daalder meer waard. Daarnaast vergrijst het publiek en mijden jongeren de markt. "Jongeren bestellen via internet, passen iets en sturen het terug. Ouderen komen voor de gezelligheid. Om een praatje te maken."
Fruit en groente
Daarom stoppen steeds vaker verkopers op kleine markten. Die dreigen daardoor te verdwijnen. "Kleine kernen houden straks nog een fruit- en groentekraam, een visboer en misschien een kaasspecialist. Maar daar blijft het bij. Dan is het geen markt meer. Dan heb je alleen nog een paar standplaatsen."
Gezelligheid terug
Maar het tij kan volgens Heine nog worden gekeerd. "De gezelligheid moet terug. Denk aan eetkraampjes waar mensen kunnen zitten. Waar ze een kop koffie kunnen drinken." Ook moeten volgens haar de marktkooplieden meer specialiseren. "Kramen met stoffen doen het bijvoorbeeld goed, want dat wil je zien. Maar ook notenkramen en kaasboeren onderscheiden zich. Dat koop je niet via internet. Daar komen de mensen voor."
Niet met alle kleine markten gaat het slecht. "We hebben nog het geluk dat we aan de grens liggen. Daardoor doen Vaals, waar veel Duitsers komen, en Stein, met de Belgen, het nog goed."