D66 in het Limburgs Parlement wil dat het provinciebestuur samen met de Zuid-Limburgse gemeenten een lobby begint om bij het Rijk extra geld binnen te halen om achterstanden in het onderwijs aan te pakken.
In schriftelijke vragen stelt statenlid Jan van de Ven dat als Zuid-Limburg als één stadsregio wordt bekeken, er praktisch evenveel leerlingen een laag onderwijsniveau hebben als in de vier grote steden Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Den Haag. En die krijgen wel extra geld.
Verdeeldheid
"Door bestuurlijke verdeeldheid in Zuid-Limburg is het nog niet gelukt ook geld naar Zuid-Limburg te halen. Daarom moet de provincie het voortouw nemen", zo vindt het D66-statenlid. Hij verwijst ook naar een recent rapport van de onderwijsinspectie. Daaruit blijkt dat er een groeiende kloof is tussen kinderen van laagopgeleide en hoger opgeleide ouders.
Vervolgopleiding
Die laatste krijgen meer kansen en sneller advies voor een vervolgopleiding op een hoger niveau. Volgens Van de Ven lijkt een situatie te ontstaan binnen het onderwijs waarin dubbeltjes voor altijd dubbeltjes blijven en nooit meer kwartjes kunnen worden. "Terwijl het onderwijs juist de ultieme duikplank zou moeten zijn om alles uit een persoon te kunnen halen", zo vindt hij.
De D66'er denkt dat het daarom van belang is dat leerkrachten de mogelijkheid krijgen zich verder te ontwikkelen via opleidingen en cursussen. Hij wil dat ook het provinciebestuur dat stimuleert.