De economie in Limburg is in 2020 met 4 procent gekrompen ten opzichte van een jaar eerder.
Dat blijkt uit nieuwe cijfers van het Centraal Bureau van de Statistiek (CBS) die LocalFocus op een rijtje zette.
Grootste krimp ooit
Alleen de provincies Noord-Holland en Groningen werden harder geraakt door de coronacrisis, met een krimp van 7 en 5 procent. In heel Nederland kromp de economie met 3,8 procent, becijferde het statistiekbureau al eerder. Dat is de grootste krimp die het CBS ooit gemeten heeft.
Coronamaatregelen
Echter komt dit niet als een verrassing. De krimp wordt vooral veroorzaakt door de impact van de coronamaatregelen op de horeca, reisbemiddeling en de cultuursector. Vooral in Noord- en Zuid-Limburg kwam de economische klap hard aan. Hier kromp de economie met 4 procent. In Midden-Limburg lag dat percentage op 3 procent.
Flevoland positieve uitschieter
Noord-Holland had last van de grote afname van vliegverkeer op Schiphol en van minder toerisme. De afname in Groningen was vooral te wijten aan de verminderde gaswinning en dus minder coronagerelateerd. In de meeste provincies lag de krimp rond de 3 procent. Flevoland was met een krimp van circa 2 procent een positieve uitschieter. Met name goed presterende leasebedrijven hadden daar effect op, maar ook hebben zwaar getroffen sectoren als horeca en toerisme in Flevoland een kleiner aandeel in de economie van de jongste provincie van Nederland.
Haarlemmermeer hard getroffen
Op regioniveau werd Haarlemmermeer, waar Schiphol in ligt, hard getroffen met een krimp van zo'n 18 procent. Ook Amsterdam, waar veel toerisme wegviel, deed het met een krimp van ongeveer 7 procent slecht. De regio rond Delfzijl kromp maar met 1 procent en presteerde daarmee het minst slecht van heel Nederland.